GeolinQ
Spatial Data Management

Seamless Point Surface

Data-acquisitieoplossingen zoals multibeam sonarsystemen, LIDAR en satellieten leveren datasets per meetgebied. In veel gevallen vallen de grenzen van deze meetgebieden niet samen met de gewenste grenzen van informatieproducten, waardoor de ingemeten datasets handmatig moeten worden samengevoegd zonder overlappingen tot het gewenste informatieproduct. Dit is een foutgevoelig en tijdrovend proces, dat bovendien niet garandeert dat de beste gegevens op elke locatie in het informatieproduct overblijven. Voorbeelden zijn een dieptemodel van een havengebied voor navigatiedoeleinden, een hoogtemodel dat als basis dient voor overstromingsmodellen of een mozaïek van satellietbeelden voor vegetatiekartering.

Combineren van datasets tot een aaneengesloten dataset

In GeolinQ kunnen afzonderlijke puntenwolken en rasterdatasets van verschillende meetgebieden met de Seamless Point Surface (SPS) dataset driver automatisch worden samengevoegd tot een kaartbladrandloze dataset waaruit het gewenste informatieproduct kan worden gesneden. Op basis van metadata attributen van de verschillende datasets kunnen gebruikers prioriteitsregels definiëren Door het toepassen van deze prioriteitsregels wordt de overlap tussen de datasets verwijderd en wordt de omhullende van de datasets in het SPS bepaald waardoor de best beschikbare data op elke locatie gegarandeerd is. Dit proces noemen we het de-conflicteren van de gegevens (Zie onderstaand figuur). 

Het Seamless Point Surface (SPS) integreert op basis van de prioriteitsregels ook automatisch nieuw ingeladen datasets in de SPS dataset op basis van vooraf gedefinieerde selectiecriteria. Hierdoor worden datasets, waarvan de metadata attributen aan de selectiecriteria voldoen, automatisch toegevoegd aan de SPS. Zodoende is het SPS altijd bijgewerkt op basis van de prioriteitsregels en de selectiecriteria en behoort het handmatig samenvoegen datasets tot het verleden.

In GeolinQ worden alleen de omhullenden van de datasets in de SPS dataset opgeslagen. Bij het opvragen van de punten of rasters van een SPS worden de punten of rasters via een ruimtelijke query op de onderliggende datasets waaruit het SPS bestaat opgehaald. Deze methode heeft als voordeel dat punt- en rasterdata niet redundant wordt opgeslagen en een SPS snel bijgewerkt kan worden als er een dataset toegevoegd of verwijderd wordt.

De omhullenden en de punt- of rasterdata in een SPS dataset zijn in de GeolinQ viewer te bekijken, via web services te benaderen en als bestand te downloaden. Bij het downloaden van de punt- of rasterdata uit het SPS kan een uitsnede gemaakt worden voor het gebied van het gewenste informatieproduct. Zodoende worden alleen de gegevens opgehaald die binnen het gebied van het informatieproduct vallen.  

Uitgebreide informatie over SPS is beschikbaar via:  de (engelstalige) tutorial